- gezamenlijk
- {{gezamenlijk}}{{/term}}1 [alle] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 complet 〈v.: complète〉2 [gemeenschappelijk, samen] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 commun; 〈bijwoord〉 en commun⇒ ensemble♦voorbeelden:2 een gezamenlijke actie • une action concertéemet gezamenlijke krachten • d'un commun effortvoor gezamenlijke rekening • à frais communsgezamenlijk werken • travailler en commungezamenlijk actie voeren • mener une action commune
Deens-Russisch woordenboek. 2015.